Europese wintertaling

Europese wintertaling

Anas crecca crecca
N: Europese wintertaling   E: European Green-winged teal   F: Sarcelle d'hiver   D: Eurasische Krickente

De woerden zijn overwegend grijs en hebben een kastanjebruine kop en rond het oog een glanzend groene vlek, omzoomd door dunne gele lijntjes. Verdere kenmerken zijn een horizontale witte streep op beide flanken en een helder, okergele vlek op de anaalstreek. De bruine vrouwtjes hebben een kleine groene spiegel aan de achterkant van de vleugel waardoor zij zich onderscheiden van de vrouwtjes van de Zomertaling.
Broedgebied strekt zich uit over Europa en Azië, van Ijsland tot het Chinese Mantsjoerije en de Russissche Koerilen-eilanden en Japan. Overwinteren zuidwaarts in Noord-Afrika aan de Nijlvallei en Somalië, Iran (het vroegere Perzië), India en Sri Lanka (het vroegere Ceylon), Brahmaputra-vallei in de deelstaat Assam in India, Zuid-China en de Filippijnen.

De Aleutian wintertaling (A. c. nimia) is identiek aan de Europese maar is iets groter in omvang. Komen alleen voor op de Aleoeten-eilandengroep die behoren tot de staat Alaska in Noord-Amerika.